Een samenvatting met alle tijdvakken voor geschiedenis.
Tijdvak 1 Tijd van jagers en boeren (tot 3000 v.Chr.)
a De wereld
Ongeveer 1,5 miljoen jaar geleden leefden er voor het eerst mensen die rechtop liepen. De oudste sporen van deze mensensoort zijn gevonden in Afrika. Vanuit Afrika kwamen er ook mensen in Azië en Europa.
Deze jagers-verzamelaars leefden in kleine groepen als nomaden. Ze gebruikten gereedschap van steen.
10.000 v.Chr. begin landbouwrevolutie in Midden-Oosten
Omstreeks 10.000 v.Chr. vonden mensen in het Midden-Oosten de landbouw uit. De manier van leven veranderde totaal. Jagers werden boeren die van akkerbouw en veeteelt leefden. Ze woonden voortaan op een vaste plek. Vanuit het Midden-Oosten verspreidde de landbouw zich, vooral naar Europa. Ook op andere plaatsen in de wereld, zoals in China en in Mexico, vonden mensen de landbouw uit.
8000 v.Chr. ontstaan eerste steden
Eerst leefden de boeren in kleine dorpen, in huizen van hout en klei. Sommige boerendorpjes groeiden uit tot steden, zoals Jericho (Israël), Oer (Irak) en Catal Hüyük (Turkije).
b Europa
In Europa leefde tussen ongeveer 125.000 en 35.000 jaar geleden de Neanderthaler in grotten en holen. Het is de periode van de laatste ijstijd.
15.000 v.Chr. grotschilderingen van jagers-verzamelaars
De eerste grotschilderingen van jagers-verzamelaars in Europa zijn uit omstreeks 15.000 v.Chr. Bekend zijn de schilderingen in de grotten bij Lascaux (zuidwest-Frankrijk). Noord- en Midden-Europa waren tot 12.000 v.Chr. grotendeels bedekt door ijs en sneeuw.
7000 v.Chr. landbouw in Europa
Omstreeks 7000 v.Chr. komt de landbouw vanuit het Midden-Oosten, via Griekenland, naar Europa.
Vanaf 4000 v.Chr. richtten de mensen op verschillende plaatsen in Europa bouwwerken van enorme stenen op, zoals in Frankrijk, Spanje, Denemarken en Engeland (Stonehenge).
c Nederland
5000 v.Chr. eerste boeren in Nederland
In Nederland kwamen de eerste boeren omstreeks 5000 v.Chr. Ze woonden op de vruchtbare lössgrond in Zuid-Limburg. In de rest van Nederland was veel water, bos en moeras. Die werden vooral nog gebruikt voor jagen, vissen en voedsel verzamelen.
3000 v.Chr. hunebedbouwers in Drenthe
Langzaam werden steeds meer mensen in Nederland boer. Omstreeks 3000 v.Chr. was er ook in Drenthe een landbouwsamenleving. Deze boeren bouwden grote stenen grafmonumenten, de hunebedden. Ze leefden in de Prehistorie (voorgeschiedenis). Schrijven konden ze nog niet.
Tijdvak 2 Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.Chr.-500 na Chr.)
a De wereld
3000 v.Chr. ontstaan hoogontwikkelde culturen
De eerste hoogontwikkelde culturen ontstonden langs grote rivieren, zoals de Eufraat en de Tigris (Irak), de Nijl (Egypte) en de Indus (Pakistan). De vruchtbare rivierklei zorgde voor goede oogsten. Mensen konden zich nu ook bezighouden met ambachten, handel, bestuur en kunst. De steden groeiden. Er kwamen grote bouwwerken zoals tempels, paleizen en grafmonumenten. Godsdiensten met meerdere goden waren erg belangrijk.
Welvarende gebieden breidden hun macht uit, waardoor rijken ontstonden. Zoals het grote koninkrijk Egypte, ontstaan omstreeks 3000 v.Chr., met een farao aan het hoofd.
3000 v.Chr. uitvinding van het schrift
Deze samenlevingen werden ingewikkelder. De mensen deden allerlei uitvindingen om zaken te regelen. Omstreeks 3000 v.Chr. ontwikkelden Soemeriërs in Irak het spijkerschrift. Egyptenaren bedachten het hiërogliefenschrift. Ook ontdekten mensen hoe ze konden rekenen en metaalbewerken.
2000 v.Chr. belangrijke plaatsen in Zuid-Amerika
In het Andes-gebergte in Zuid-Amerika leefden de mensen vanaf omstreeks 3500 v.Chr. van de landbouw. Ze verbouwden katoen en mais, en maakten sieraden en stenen huizen. Omstreeks 2000 v.Chr. waren er veel belangrijke plaatsen in het gebied.
1500 v.Chr. Sjang-beschaving in China
Omstreeks 1500 v.Chr. bloeide in China, rond het dal van de Gele Rivier, de Sjang-beschaving. De mensen verwerkten brons tot wapens en maakten strijdwagens. Ook hadden ze een schrift, zijden stoffen en een soort porselein.
525 v.Chr. opkomst Perzische rijk
Vanuit Iran veroverden Perzen omstreeks 525 v.Chr. een groot rijk, van de Indus tot in Egypte. Koningen bestuurden het met strenge wetten. Ze werden als goden vereerd.
Omstreeks 331 v.Chr. veroverde koning Alexander de Grote met een Macedonisch-Grieks leger het Perzische rijk. In Alexanders rijk (van Griekenland en Egypte tot de Indus) ontstond de Hellenistische mengcultuur.
b Europa
2000 v.Chr. Minoïsche cultuur op Kreta
Vanaf 2000 v.Chr. ontstond op het eiland Kreta, rond het luxe paleis van koning Minos, de hoogontwikkelde Minoïsche cultuur. Naast de landbouw was handel erg belangrijk. Op het Griekse vasteland was er de Myceense cultuur: een welvarende landbouwsamenleving, geleid door koningen vanuit paleizen met stevige, dikke muren.
750 v.Chr. opkomst Griekse stadstaten
Vanaf 750 v.Chr. leefden veel Grieken in stadstaten: steden met omliggend gebied, elk met eigen regels en een eigen bestuur. Er kwam een landbouw-stedelijke samenleving. Vanuit hun stadstaten stichtten de Grieken kolonies langs de kusten van de Middellandse Zee en de Zwarte Zee. In de stadstaat Athene kregen de burgers steeds meer rechten. Daar ontstond de democratie.
450 v.Chr. bloei Griekse cultuur
De oude Grieken waren vooral goed in kunst, filosofie, wetenschap en sport. Ze hadden een hoogontwikkelde cultuur, die bloeide in de vijfde eeuw v. Chr.
27 v.Chr. eerste keizer van het Romeinse Rijk
Vanaf 300 v.Chr. veroverden de inwoners van de stad Rome eerst heel Italië, en daarna veel andere landen. Dit Romeinse rijk omvatte een groot deel van Europa, met delen van Azië en Noord-Afrika. Vanaf 27 v.Chr. regeerden er keizers over het Romeinse rijk. De Romeinen veroverden ook Griekenland. Zo ontstond de Grieks-Romeinse cultuur in het rijk.
30 na Chr. christendom
In die tijd ontstond in Palestina (Israël) het christendom onder aanhangers van Jezus Christus. Omstreeks 30 v.Chr. werd Jezus door de Romeinen gekruisigd. Toch werden steeds meer mensen in het rijk christen.
100 na Chr. begin volksverhuizingen
In Noord- en Midden-Europa leefden de Germanen. Zij werden opgejaagd door stammen uit het oosten, zoals de Hunnen. Allerlei stammen gingen zich nu verplaatsen: het begin van de volksverhuizingen. Zij vielen ook het Romeinse rijk binnen.
476 na Chr. einde West-Romeinse rijk
Het Romeinse rijk was te groot om goed te verdedigen. Het werd opgesplitst in een westelijke en een oostelijke helft. In 476 kwam er een einde aan het West-Romeinse rijk. Het Oost-Romeinse of Byzantijnse rijk kwam tot grote bloei door de handel. De hoofdstad werd Constantinopel (later Byzantium, nu Istanbul).
c Nederland
2000 v.Chr. brons in Nederland
Bewoners van Nederland maakten vanaf omstreeks 2000 v.Chr. gereedschap en wapens van brons. Na 750 v.Chr. konden ze ook voorwerpen van ijzer maken.
12 v.Chr. Romeinen in Nederland
Vlak voor het begin van de christelijke jaartelling veroverden de Romeinen Zuid-Nederland. Ze bouwden wegen en steden in ons land, en ze introduceerden het schrift en geld.
Vanaf 406 vestigden Franken zich in het zuiden van Nederland.
Tijdvak 3 Tijd van monniken en ridders (500-1000)
a De wereld
500 Byzantijnse rijk
In 500 was er het Byzantijnse rijk in het oostelijk Middellandse Zeegebied. De Grieks-Romeinse cultuur werd er verder ontwikkeld. Constantinopel werd een belangrijke stad. In 528 liet keizer Justinianus belangrijke wetten opschrijven.
618 boekdrukkunst in China
In het Chinese rijk van de Tang-dynastie werd in 612 de boekdrukkunst uitgevonden.
622 islam
In 622 werd in Arabië de islam gesticht door Mohammed. Vanaf 632 ontstond vanuit Arabië het Arabische rijk in Midden-Oosten, Noord-Afrika en Spanje. Veel mensen werden er moslim.
b Europa
Omstreeks 500 was het Romeinse rijk uiteengevallen, maar het christendom bleef. Monniken trokken door Europa om mensen te bekeren tot het christelijk geloof. Onder leiding van de paus bleef Rome het centrum van de christelijke (rooms-katholieke) godsdienst. In deze tijd waren er in Europa landbouwsamenlevingen. In het hofstelsel werkten boeren als horigen voor een heer.
800 Karel de Grote tot keizer gekroond
Vanaf 714 was er een groot Frankisch rijk. Vanuit Spanje vielen moslimlegers dit rijk binnen, maar de moslims werden in 732 bij Poitiers verslagen door de Frankische koning Karel Martel. In 768 werd zijn kleinzoon, Karel de Grote, koning van het Frankische rijk. In 800 kroonde de paus in Rome Karel de Grote tot keizer. Veel ridders leenden stukken grond van Karel. In ruil beloofden ze hem trouw.
866 Vikingtochten
Na zijn dood in 814 viel het rijk van Karel de Grote uiteen. Het verdeelde West-Europa was een gemakkelijke prooi voor aanvallers. Vanuit Scandinavië trokken Vikingen plunderend door Europa, op zoek naar geschikte woongebieden.
c Nederland
690 christendom in Nederland
Na het vertrek van de Romeinen brachten de Franken het christendom weer naar ons land. Vanaf 690 predikten de monniken Willibrord en Bonifatius het christelijke geloof in ons land, in opdracht van de paus in Rome.
785 Karel de Grote heerser in Nederland
Nederland viel na de Romeinse overheersing uiteen in kleine machtsgebiedjes. In 785 erkende heel Nederland de Frankische koning Karel de Grote als heerser.
Tijdvak 4 Tijd van steden en staten (1000-1500)
a De wereld
1096 kruistochten
In 1096 organiseren West-Europeanen de eerste kruistocht naar Palestina. Ze wilden het land waar Jezus Christus had geleefd bevrijden van de moslims. Er was veel strijd om Jeruzalem. Later volgden meer kruistochten. Soms waren er fanatieke oorlogen tussen moslims en christenen. Soms ook leefden ze lange tijd in vrede.
Vanaf 1430 veroveren de Azteken een groot rijk rond hun hoofdstad Mexico.
Intussen zochten Portugezen een zeeweg om Afrika heen, om handel te drijven met Azië. In 1492 zocht Columbus in opdracht van Spanje een zeeweg in westelijke richting. Hij ontdekte Amerika.
1492 Columbus ontdekt Amerika
b Europa
1200 steden
In Europa nam in de Late Middeleeuwen (1000-1500) de handel toe. Veel marktplaatsen groeiden rond 1200 tot steden. Er ontstond een landbouw-stedelijke samenleving.
1327 begin Honderdjarige Oorlog
Een ruzie tussen de Franse en Engelse koning liep uit op een lange oorlog (1337-1453). Na afloop was de Engelse koning bijna al zijn Franse grond kwijt.
1350 Zwarte Dood
Rond 1350 stierven veel mensen door de pest (de Zwarte Dood). Daardoor ging het lange tijd slecht met de economie en de handel.
Koningen wilden hun gebieden meer vanuit één punt regeren. In Engeland en Frankrijk ontstonden de eerste staten.
c Nederland
Nederland was in deze tijd deel van het Duitse keizerrijk. Maar de Duitse keizers hadden weinig macht in Nederland. Graven, ridders en bisschoppen bepaalden de regels in hun gebieden.
1220 Dordrecht eerste stad
In 1220 was Dordrecht de eerste Nederlandse stad waarvan bewoners het recht kregen zichzelf te besturen (stadsrechten).
1464 Filips de Goede
Filips de Goede van Bourgondië werd heerser over de gebieden Vlaanderen, Brabant en Holland. Zijn opvolger was Karel de Stoute. Na de dood van Karel kregen de graven en ridders weer meer macht. Een korte periode van centralisatie was voorbij.
Tijdvak 5 Tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600)
a De wereld
1519 eerste reis om de wereld
De Europese overzeese expansie begon in de 15e eeuw. Portugezen en Spanjaarden maakten ontdekkingsreizen naar Afrika, Azië en Amerika. In 1519 maakte Magelhaes de eerste reis om de wereld.
Na de ontdekkers kwamen de veroveraars, op zoek naar goud en zilver, zoals de Spanjaarden die het Azteekse rijk (Mexico) en het Incarijk (Peru, Chili, Bolivia) veroverden. Vanaf 1555 namen Engeland en Frankrijk deel aan de Europese expansie.
Europeanen stichtten in Afrika en Azië kleine handelskolonies. In Amerika ontstonden grote Europese vestigingskolonies, die vanuit Europa werden bestuurd (kolonialisme).
1526 slavenhandel
Europese kolonisten in Amerika gebruikten indiaanse en Afrikaanse slaven in mijnen en op plantages, waardoor een enorme slavenhandel ontstond.
1547 Iwan de Verschrikkelijke
Omstreeks 1500 ontstond een Russisch koninkrijk rond de stad Moskou. De heersers in Rusland noemden zich tsaar. Een belangrijke tsaar was toen Iwan de Verschrikkelijke.
b Europa
De 16e eeuw was in Europa het begin van de Vroegmoderne tijd (1500-1800). Mensen luisterden toen minder naar de Kerk en gingen zelf van alles ontdekken en onderzoeken.
1503 Leonardo da Vinci
Leonardo da Vinci was een Italiaanse kunstenaar en ontdekker. Hij deed technische uitvindingen en medische ontdekkingen. Daarvan maakte hij tekeningen. De ontdekkingsreizen vergrootten de kennis van natuurkunde en aardrijkskunde.
1517 kerkhervorming
Omstreeks 1500 hoorden de meeste christenen bij de rooms-katholieke kerk. Ze luisterden naar de paus in Rome. In 1517 protesteerde Luther tegen de rijkdom en macht van de rooms-katholieke kerk. Kort daarna vond een splitsing in de kerk plaats. Luther en andere hervormers, zoals Calvijn, richtten eigen protestantse kerken op. Vooral in het noorden en westen van Europa kwamen veel protestanten.
1571 zeeslag bij Lepanto
In de 16e eeuw breidde het Osmaanse rijk (hoofdstad Constantinopel, nu Istanbul) zijn macht uit tot in Hongarije, Irak en Algerije. In 1571 verloor de Osmaanse vloot de zeeslag bij Lepanto (West-Griekenland) van een vloot van Spanje, Venetië en de paus. Het oosten van de Middellandse Zee bleef onder heerschappij van moslims. In het westen van de Middellandse zee bleven de christenen de baas.
c Nederland
In het begin van de 16e eeuw regeerde de Spaanse koning over een groot gebied. Ook Nederland had hij door een erfenis in bezit gekregen. Karel V was van 1511 tot 1555 koning van Spanje. Zijn zoon Filips II volgde hem op. Beiden zetten de centralisatie voort waar in Nederland de Bourgondische koningen waren begonnen. Dat leidde tot verzet van de adel en de burgerij. Zij wilden hun oude rechten behouden. Er kwam ook veel verzet tegen een vaste belasting voor het hele volk.
1550 protestantisme verboden
Omstreeks 1550 werden steeds meer mensen in Nederland protestant. De rooms-katholieke Spaanse koning verbood toen het protestantisme in zijn rijk.
1566 Beeldenstorm
In 1566 raasde de Beeldenstorm door Nederland. Protestanten en armen vernielden kerken en kloosters. De edelen protesteerden tegen de beperking van hun macht en tegen de belastingen. Het werd het begin van de Opstand tegen de Spaanse koning. Leider van het verzet werd Willem van Oranje.
1572 watergeuzen veroveren Den Briel
In 1572 veroveren watergeuzen Den Briel. Daarna sloten meer steden zich bij de Opstand aan.
1588 Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
De noordelijke gewesten maakten zich in 1588 los van de Spaanse koning. Zij waren nu een onafhankelijke Nederlandse staat zonder koning: de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Het zuiden van Nederland en België bleef trouw aan de Spaanse koning.
Toch ging de strijd door. De Opstand ging over in een oorlog tussen de staten Spanje en Nederland. Pas in 1648 sloten Spanje en Nederland vrede.
Vanaf 1578 bloeide de economie in Nederland op. De handel nam toe. Amsterdam werd een belangrijke multiculturele stad met migranten uit het zuiden van de Nederlanden (België), uit Portugal en uit Duitsland.
1595 eerste Nederlandse schepen naar Indonesië
Aan het eind van de 16e eeuw gingen Nederlanders op ontdekkingsreis. Vanuit Amsterdam vertrokken in 1595 voor het eerst Nederlandse schepen naar Indonesië. Dat was het begin van het Nederlandse aandeel in de Europese expansie.
Tijdvak 6 Tijd van regenten en vorsten (1600-1700)
a De wereld
1615 handelspost in Suratte
In veel Indiase havenplaatsen mochten Engelsen, Nederlanders en Denen komen handelen. De Nederlanders vestigden in 1615 in Suratte een handelspost. Ze kochten er katoen en indigo uit het Indiase binnenland en verkochten suiker en specerijen uit Indonesië.
1654 Kaapstad gesticht
In 1654 stichtte de VOC op de zuidpunt van Afrika Kaapstad, een verversingsstation voor de vaart op Azië. In die tijd ontstond een wereldeconomie met West-Europa als centrum. Azië produceerde specerijen, katoen, zijde, indigo en porselein. Amerika leverde zilver, goud, bont en plantageproducten voor de Europese markt, zoals suiker, koffie, cacao en tabak. Europa produceerde wapens, schepen, textiel en papier. Hiermee werden in Afrika slaven gekocht.
b Europa
1648 vrede van Münster
In 1648 werd in Münster de vrede gesloten waardoor er een einde kwam aan verschillende godsdienstoorlogen in Europa. Ook de tachtigjarige oorlog van de Republiek tegen Spanje werd toen beëindigd.
1661 Lodewijk XIV Zonnekoning
Koningen werden gezien als plaatsvervanger van God op aarde. De Franse koning Lodewijk XIV (1643-1715) streefde naar absolute, onbeperkte macht, zonder overleg met het parlement. Vanaf 1661 regeerde Lodewijk zijn gecentraliseerde staat met bekwame ambtenaren en een groot leger. Hij voerde verschillende oorlogen om de Rijn tot Franse grens te maken.
1666 Newton ontdekt de zwaartekracht
In de 17e eeuw probeerden wetenschappers de onbekende dingen van de wereld te verklaren. Volgens de Franse filosoof Descartes (1596-1650) moesten wetenschappers aan alles twijfelen wat ze niet zeker wisten. Natuurkundigen deden onderzoek met nieuwe instrumenten. Ze voerden experimenten uit, verzamelden waargenomen feiten en leidden daar natuurwetten uit af. In 1666 ontdekte de Engelsman Newton de zwaartekracht.
1685 herroeping Edict van Nantes
De rechten van protestanten waren in Frankrijk vastgelegd in een verdrag, het Edict van Nantes. Om de Franse eenheid te bevorderen bestreed Lodewijk XIV het protestantisme. In 1685 herriep hij het Edict van Nantes. Hierdoor vluchtten 50.000 protestanten onder meer naar Nederland.
1688 stadhouder Willem III koning van Engeland
In Engeland streden koning en parlement in de 17e eeuw om de macht. In 1649 werd Karel I als gevolg van deze strijd onthoofd. In 1688 werd de Nederlandse stadhouder Willem III van Oranje koning van Engeland (tot 1702). Hij moest toestaan dat de rechten van de volksvertegenwoordiging werden vastgelegd in een wet. De koning moest voortaan de volksvertegenwoordiging gehoorzamen.
c Nederland
In de Nederlandse Republiek waren de zeven gewesten erg onafhankelijk. Elk gewest werd bestuurd door een Statenvergadering van edelen en burgers. Voor gezamenlijke zaken, zoals het leger, kwamen de Gewestelijke Staten bijeen in de Staten-Generaal in Den Haag. Na de dood van Willem van Oranje (1584) werden prinsen uit het huis van Oranje benoemd tot legeraanvoerder met de titel stadhouder.
1600 tuchthuizen in Amsterdam
Om ervoor te zorgen dat bedelaars en landlopers een ambacht leerden, werden tuchthuizen ingericht. In de praktijk bleef het bij het raspen van hout (in het Rasphuis voor mannen) of het spinnen van garen (in het Spinhuis voor vrouwen).
1602 oprichting van de VOC
De 17e eeuw was voor Nederland een ‘gouden eeuw’: een tijd van grote economische voorspoed. Nederlanders werden de ‘vrachtvaarders van Europa’. Ze kochten bijvoorbeeld graan in het Oostzeegebied en verkochten het met grote winst in Italië. De Staten-Generaal gaf de VOC in 1602 het monopolie voor de handel in Azië (Oost-Indië). De WIC kreeg het monopolie in Amerika (West-Indië). De VOC was de eerste onderneming ter wereld waarbij het geld werd bijeengebracht door uitgifte van aandelen.
1628 Piet Heyn verovert de zilvervloot
In 1628 veroverden Nederlanders onder leiding van Piet Heyn een Spaanse vloot met een grote lading zilver. Vanaf 1634 werden de Antillen (Curaçao, Bonaire, Aruba, Sint Eustatius, Saba, de helft van Sint-Maarten) veroverd om er zout te halen. Later ontstond er slavenmarkten. In 1667 veroverden Nederlanders de Engelse kolonie Suriname.
1642 Rembrandt schildert ‘De Nachtwacht’
Bijna de helft van de Nederlandse bevolking woonde in snel groeiende steden. De regenten hadden grote invloed op het burgerlijk bestuur en de steden in Nederland. Ze besteedden een deel van hun rijkdom aan schilderijen, zoals De Nachtwacht (Rembrandt, 1642) waarop Amsterdamse regenten zich lieten afbeelden.
1672 het Rampjaar
In 1672 raakte Nederland in oorlog met Frankrijk en Engeland (Rampjaar). Lodewijk XIV probeerde Nederland te veroveren. De aanvallen over land en zee werden afgeslagen onder leiding van stadhouder Willem III en admiraal Michiel de Ruyter. In de jaren daarna was Nederland één van de machtigste landen van Europa.
Tijdvak 7 Tijd van pruiken en revoluties (1700-1800)
a De wereld
1740 indigo uit Java
In de 17e eeuw stichtte de VOC handelsposten langs de kusten van Zuid- en Oost-Azië. Het VOC-hoofdkwartier was de stad Batavia (Java). Vanaf omstreeks 1740 bestuurde de VOC een groot deel van Java, waar ze koffie, peper en indigo liet produceren.
1776 Amerikaanse revolutie
In het begin van de 18e eeuw waren aan de oostkust van Noord-Amerika dertien Britse koloniën gesticht. In 1776 kwamen deze dertien koloniën in opstand tegen Groot-Brittannië. Ze verklaarden zichzelf onafhankelijk en vormden de Verenigde Staten van Amerika (VS). In de onafhankelijkheidsoorlog (1776-1783) werden de Britten verslagen.
1787 Wedgwood voor afschaffing van slavernij
Vanaf het begin van de 18e eeuw zetten Amerikanen en Britten zich in voor de afschaffing van slavenhandel en slavernij. In 1787 maakte de Britse pottenbakker Wedgwood het symbool van het abolitionisme: een medaillon met een afbeelding van een slaaf en de tekst ‘Am I not a man and a brother’?
b Europa
In 1700 leefden ongeveer 115 miljoen Europeanen in een landbouw-stedelijke samenleving. In de meeste landen bestond een grote afstand tussen het gewone volk en de edelen en rijke burgers, die pruiken droegen als symbool van hun rijkdom, aanzien en macht.
1703 stichting van Sint-Petersburg
De Russische tsaar Peter de Grote (1689-1725) stichtte in het westen van het land een nieuwe hoofdstad: Sint-Petersburg. Hij wilde de Europese invloed op Rusland vergroten. In 1697 had Peter een bezoek gebracht aan Londen, Zaandam en Amsterdam, waar hij een opleiding tot scheepsbouwer had gevolgd.
1748 Montesquieu beschrijft de driemachtenleer
De Franse verlichter Montesquieu schreef in 1748 een boek over drie soorten macht in een land. Die moesten niet in handen van één persoon liggen. Hij plaatste de uitvoerende macht in handen van de regering, de wetgevende macht in handen van het parlement en de rechterlijke macht in handen van onafhankelijke rechters. De grondrechten van burgers moesten in een grondwet worden vastgelegd.
1751 uitgave eerste Encyclopedie
In de 18e eeuw hadden steeds meer Europeanen kritiek op de staat en de samenleving. Ze vonden dat er een eind moest komen aan de donkere tijd van de sociale ongelijkheid en de domheid van veel mensen. In deze periode van de Verlichting ontstond behoefte aan meer vrijheid, gelijke rechten voor alle mensen en verdraagzaamheid. In 1751 verscheen in Frankrijk de eerste Encyclopedie, waarin de samenstellers alle mogelijke nuttige kennis hadden verzameld.
1789 Franse Revolutie
In 1789 kwam het Franse volk in opstand tegen koning Lodewijk XVI en de adel. Er kwam een grondwet, waarin de macht van de koning werd beperkt. Toen fanatieke revolutionairen de macht in handen kregen werd Frankrijk een republiek (1792); de koning werd onthoofd onder de guillotine. Vanaf 1792 was Frankrijk in oorlog met Oostenrijk-Hongarije, Pruisen en Groot-Brittannië. In 1799 pleegde generaal Napoleon een staatsgreep. Hij werd alleenheerser en kroonde zichzelf in 1804 tot keizer.
c Nederland
In de 18e eeuw verloor Nederland zijn internationale macht. Met de handel en de nijverheid bleef het goed gaan, maar veel minder dan in de 17e eeuw. Wel groeide het verschil tussen de kleine groep rijken en de grote groep armen. Om kostbare oorlogen te betalen werden regelmatig zware belastingen geheven, die soms leidden tot beperkte volksopstanden.
1781 pamflet Van der Capellen
In 1781 schreef de edelman Joan Derk van der Capellen het pamflet ‘Aan het volk van Nederland’. Hij schreef dat het beter was in de tijd van de Bataven, toen iedere vrije Bataaf zijn vrijheid met wapens kon verdedigen. Door dit pamflet gingen burgers zich bewapenen en hielden zij in steden militaire oefeningen. Ze wantrouwden de oude regenten en de prins en streefden naar grondrechten en politieke invloed. In 1787 verjoeg de koning van Pruisen de patriotten. Velen vluchtten naar Frankrijk.
1795 Bataafse Revolutie
In 1795 bezetten Franse legers Nederland. Hierdoor konden de patriotten ook in Nederland een revolutie beginnen. Stadhouder Willem V vluchtte naar Engeland. Nederlandse burgers vormden de Bataafse Republiek met een nieuw bestuur. Voor het eerst kwam er een door het volk gekozen volksvertegenwoordiging bijeen. Deze Nationale Vergadering maakte in 1798 de eerste grondwet van Nederland, waardoor het land een eenheidsstaat werd.
Tijdvak 8 Tijd van burgers en stoommachines (1800-1900)
a De wereld
1807 eerste stoomboot
Omstreeks 1800 begon in Groot-Brittannië de industriële revolutie. In 1807 bouwde de Amerikaan Fulton de eerste stoomboot. Door technische uitvindingen werd er steeds meer geproduceerd in fabrieken met veel machines. Er ontstonden industriële samenlevingen, waarin meer dan de helft van de mensen in steden woonden. Dit gebeurde het eerst in Groot-Brittannië. Later in de 19e eeuw ook in andere delen van Europa, in de VS en in de 20e eeuw over de hele wereld.
1863 afschaffing van de slavernij
Na acties van abolitionisten werd in het Britse rijk in 1807 de slavenhandel en in 1832 de slavernij verboden. Andere landen volgden dit voorbeeld. In de Nederlandse koloniën werd de slavernij afgeschaft op 1 juli 1863, wat nog jaarlijks wordt herdacht als ‘keti koti’ (ontketeningsdag).
1869 opening Suez-kanaal
Door de opening van het Suez-kanaal in 1869 ontstond een snellere verbinding tussen Europa, Oost-Afrika en Azië. Aan het eind van de 19e eeuw breidden Europese landen hun macht uit over bijna geheel Afrika en Zuid-Azië. Koloniën waren belangrijk voor de industrie. Veel Europeanen vonden de westerse cultuur de beste ter wereld. Sommige maakten onderscheid tussen verschillende ‘mensenrassen’. Zij dachten dat het goed was als blanken leiding gaven aan de gekleurde volken.
b Europa
1815 slag bij Waterloo
Napoleon was van 1799 tot 1814 alleenheerser over het Franse rijk. In het hele rijk voerde hij Franse wetten in, waarin veel ideeën van de Franse Revolutie waren verwerkt. In 1812 probeerde Napoleon Rusland te veroveren met een groot leger, la Grande Armée, maar dit mislukte. Vanaf 1813 werkten Rusland, Pruisen, Oostenrijk-Hongarije en Groot-Brittannië militair samen tegen Napoleon, waardoor het Franse rijk uiteenviel. In de slag bij Waterloo werd Napoleon definitief verslagen (1815).
1848 revolutiejaar
In 1848 gingen in veel Europese steden mensen de straat op om meer inspraak in het bestuur te eisen. In veel landen gaven machthebbers toe aan deze revoluties en kwamen er liberale grondwetten. Daarin werd de macht van de burgerij uitgebreid.
1880 Darwin beschrijft evolutieleer
In de 19e eeuw werden belangrijke wetenschappelijke ontdekkingen gedaan. In 1859 publiceerde de Brit Darwin zijn evolutietheorie over het ontstaan van de mens. In 1880 ontdekte de Fransman Pasteur hoe je bacteriën in voedsel door verhitting kunt doden. In 1895 ontdekte de Duitser Röntchen de naar hem genoemde stralen. Deze uitvindingen zorgden voor grote veranderingen in de gezondheidszorg.
c Nederland
1813 Koning Willem I
Na de Franse tijd (1795-1813) ontstond het Koninkrijk der Nederlanden, een eenheidsstaat met een nieuwe grondwet en een koning uit het huis van Oranje-Nassau als staatshoofd. Koning Willem I (1813-1840) had veel macht.
1830 afscheiding van België
Vanaf 1815 maakte België deel uit van het Koninkrijk der Nederlanden. In 1830 kwamen Belgen in opstand tegen Willem I en ontstond het onafhankelijke België.
1848 grondwet van Thorbecke
Koning Willem II (1840-1849) stemde in met een toename van de volksinvloed. Hij werkte mee aan een ingrijpende wijziging van de grondwet, opgesteld door de liberaal Thorbecke. Zo ontstond een (nog beperkte) parlementaire democratie. Het parlement kreeg veel macht; alle wetten moesten door het parlement worden goedgekeurd. Alleen de mannen van de rijke burgerij hadden kiesrecht.
1854 Armenwet
Toen Willem III (1849-1890) koning werd, was er in Nederland nog weinig industrie. Van de beroepsbevolking werkte 46 procent in de landbouw en visserij, 25 procent in de industrie en nijverheid en 29 procent in de dienstverlening en bij de overheid. Er was er veel armoede en een slechte volksgezondheid. Liefdadigheidsinstellingen zorgden voor armenzorg. Door de Armenwet (1854) begon de overheid met het geven van minimale hulp.
1860 Multatuli publiceert ‘Max Havelaar’
In 1860 verscheen het boek Max Havelaar van Multatuli, als protest tegen de Nederlandse koloniale politiek, waarbij de bevolking van Indonesië werd uitgebuit. In die tijd verdiende Nederland veel geld in deze kolonie.
1878 eerste politieke partij
Omstreeks 1880 ontstonden drie politieke stromingen, met verschillende meningen over de rol van de overheid. Liberalen uit de rijke burgerij wilden een kleine rol van de overheid in de samenleving. Socialisten kwamen op voor de arme arbeidersklasse en vonden dat de overheid veel moest ingrijpen. In 1878 werd de eerste politieke partij opgericht, de Anti-Revolutionaire Partij. Het was een confessionele partij, die vond dat protestantse en katholieke scholen evenveel geld van de overheid moesten krijgen als openbare scholen.
Tijdvak 9 Tijd van wereldoorlogen (1900-1950)
a De wereld
1910 eerste lopende band
In 1910 werd in Amerikaanse fabrieken voor het eerst ‘aan de lopende band’ gewerkt. Hierdoor werden meer producten voor lagere prijzen gemaakt. Veel Amerikanen konden nu bijvoorbeeld een T-Ford kopen.
1914 begin Eerste Wereldoorlog
Rond 1910 was Europa verdeeld in twee blokken, Duitsland en Oostenrijk-Hongarije tegenover de ‘geallieerden’: Frankrijk, Groot-Brittannië, Rusland en (vanaf 1917) de VS. Duitsland wilde een grotere invloed in Europa krijgen. In 1914 werd in Serajevo de troonsopvolger van Oostenrijk-Hongarije vermoord. Daardoor ontstond een kettingreactie. Alle landen steunden hun bondgenoten zodat er in korte tijd een wereldoorlog uitbrak. Er vielen totaal ongeveer 9 miljoen doden, waarvan 5 procent bestond uit burgers. De oorlog eindigde in 1918 doordat de geallieerden wonnen.
1929 begin economische wereldcrisis
Na een periode van economische bloei ontstond in oktober 1929 in de VS een economische crisis waarin veel landen werden meegesleept. De productie en consumptie namen af. Daardoor ontstond grote werkloosheid en armoede.
1936 ‘Modern Times’
In 1912 kwam de Brit Charlie Chaplin (1889-1982) in de VS wonen, waar hij zich ontwikkelde tot de beroemdste regisseur en filmster van zijn tijd. In tientallen films verwerkte hij de wereld waarin hij leefde, zoals de crisistijd in Modern Times (1936).
1941 Japanse aanval op Pearl Harbor
In de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) vochten Duitsland, Italië en Japan met Frankrijk, Groot-Brittannië, Rusland en de VS. Na de aanval op de Amerikaanse vlootbasis Pearl Harbor op Hawaï (1941) veroverde Japan een groot gebied in Azië, waaronder Indonesië. De oorlog eindigde met de Japanse overgave in augustus 1945, nadat de VS twee atoombommen op Hirosjima en Nagasaki hadden laten vallen. In de oorlog vielen totaal ongeveer 50 miljoen doden, waarvan 50 procent bestond uit burgers.
1945 oprichting Verenigde Naties
In 1945 werden de Verenigde Naties opgericht om oorlog te voorkomen. De VN hielden zich met diverse zaken bezig, zoals gezondheidszorg. In 1948 werd de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens opgesteld en door veel landen ondertekend.
b Europa
1917 Russische Revolutie
In 1917 kwam na een volksopstand een eind aan de heerschappij van de Russische tsaren. Onder de naam Sovjetunie (SU) kreeg het land een communistische regering. De leiders Lenin en Stalin veranderden Rusland in een dictatuur, waarin iedereen geheel ondergeschikt was aan de staat.
1919 Vrede van Versailles
In 1919 werd de Eerste Wereldoorlog afgesloten met de Vrede van Versailles. Duitsland moest jarenlang schadevergoedingen betalen. Ook raakte Duitsland gebieden kwijt aan de nieuwe staat Polen. Er ontstonden meer nieuwe staten, zoals Finland, Oostenrijk en Hongarije.
1933 Hitler aan de macht
In 1933 won de NSDAP van Hitler de verkiezingen voor het Duitse parlement. Hij werd de regeringsleider van Duitsland. Veel mensen zagen in hem de sterke man die een eind kon maken aan de werkloosheid en die wraak zou nemen voor het Verdrag van Versailles. Hitler schafte de Duitse democratie af en bracht de racistische nazi-denkbeelden in de praktijk.
1939 begin Tweede Wereldoorlog
In september 1939 begon de Tweede Wereldoorlog met de Duitse inval in Polen. Duitsland veroverde een groot deel van Europa, waar miljoenen joden, zigeuners, gehandicapten en politieke tegenstanders werden vermoord. Tussen 1943 en 1945 werd Duitsland verslagen door de geallieerden. In Europa eindigde de oorlog met de Duitse overgave op 8 mei 1945.
c Nederland
In 1900 bestond de Nederlandse samenleving uit een zeer kleine rijke toplaag, een kleine middenklasse en een grote arme benedenlaag. Het was heel moeilijk om hogerop te klimmen. Van de beroepsbevolking werkte 30 procent in de landbouw en visserij, 33 procent in de industrie en handnijverheid en 37 procent in de dienstverlening of voor de overheid.
1917 grondwetswijziging
Bij de grondwetswijziging van 1917 kwam er algemeen kiesrecht voor mannen. Vanaf nu werden openbare en bijzondere scholen financieel gelijk behandeld. Twee jaar later kregen ook vrouwen kiesrecht.
1936 dieptepunt crisistijd
In 1929 werd Nederland meegesleept in de economische wereldcrisis. Op het dieptepunt (1936) waren er bijna 500.000 werklozen. Er was veel armoede. In deze periode ontstond de Nationaal Socialistische Beweging (NSB).
1941 Februaristaking
Nederland werd door Duitsland bezet van 10 mei 1940 tot 5 mei 1945. Personen, bedrijven en goederen moesten meehelpen bij de Duitse oorlogvoering. In 1941 werden honderden Amsterdamse joden door de Duitsers opgepakt. Rond Amsterdam legden veel mensen uit protest het werk neer. De Duitsers onderdrukten deze staking met geweld.
Tijdvak 10 Tijd van televisie en computer (1950-heden)
a De wereld
1950 oorlog in Korea
De Koude Oorlog begon na de Tweede Wereldoorlog, toen Groot-Brittannië en Frankrijk veel macht verloren en de VS en Rusland overbleven als wereldmachten. In 1949 werd China een communistisch land. In 1950 ontstond een oorlog tussen het communistische Noord-Korea en het kapitalistische Zuid-Korea (1950-1953). De Korea-oorlog eindige door ingrijpen van de VN (met een groot Amerikaans leger).
1954 oorlog in Vietnam
In 1954 brak een oorlog uit tussen het communistische Noord-Vietnam (met hulp van Rusland en China) en het kapitalistische Zuid-Vietnam (met hulp van de VS). Noord-Vietnam veroverde in 1975 Zuid-Vietnam, waardoor het land weer een eenheid werd.
1962 Cuba-crisis
Tijdens de Koude Oorlog ontstond een wapenwedloop, waarbij de VS en de SU elkaar met grote hoeveelheden kernwapens bedreigden. In 1962 ontstond bijna een echte oorlog toen de VS ontdekten dat Rusland raketten plaatste op Cuba.
1981 eerste pc op de markt
Al in de jaren ’50 werden in de VS computers gebruikt. Deze waren niet geschikt voor het grote publiek. Technologische ontwikkelingen maakten snellere en kleinere computers mogelijk. In 1981 ontwikkelde het Amerikaanse bedrijf IBM de eerste personal computer (pc).
2001 aanslag op ‘World Trade Centre’
In het jarenlange conflict tussen Israël en de Palestijnen staan de VS aan de kant van Israël. In 1990 bezette de Iraakse leider Saddam Hoessein Koeweit. De Verenigde Naties (met een groot Amerikaans leger) greep militair in. Door deze conflicten ontstond onder een deel van de Arabieren een anti-Amerikaanse stemming. Op 11 september 2001 vernietigde een terreurgroep met gekaapte vliegtuigen het World Trade Centre in New York.
b Europa
1955 Navo en Warschau-Pact
Met de Amerikaanse Marshallhulp werd de economie in West-Europa vanaf 1947 weer opgebouwd. In Oost-Europa vestigden Rusland communistische dictaturen. In 1945 was ook Duitsland verdeeld. Russen bezetten het oostelijk deel. Amerikanen, Britten en Fransen bezetten het westelijk deel. In 1948 viel Duitsland uiteen in twee staten: West-Duitsland en Oost-Duitsland. Twee militaire bondgenootschappen kwamen tegenover elkaar te staan: de NAVO en het Warschau Pact (1955).
1957 Europese integratie
Na de Tweede Wereldoorlog werkten de oude vijanden Frankrijk en Duitsland samen. In 1957 begonnen zij met economische samenwerking, die uitgroeide tot de Europese Unie (EU). In 2002 begon de invoering van de euro als Europese munt.
1961 Berlijnse muur
In 1961 liet de Oost-Duitse regering een muur bouwen, waarmee vrij verkeer tussen Oost- en West-Berlijn onmogelijk werd. De grens tussen de landen van Oost en West werd met een IJzeren Gordijn afgesloten.
1972 Club van Rome
In 1972 verscheen het boek De grenzen aan de groei van de Club van Rome. Daarin waarschuwden wetenschappers voor de nadelen van de economische groei voor het milieu. Hierdoor begonnen mensen zich milieubewuster te gedragen.
1990 Duitse hereniging
Vanaf 1985 gaf de Russische leider Gorbatsjov de Oost-Europese landen meer vrijheid. In 1989 werd de Berlijnse muur afgebroken en werd Duitsland weer één land (1990). In 1991 kwam een eind aan de communistische dictatuur in Rusland. Het land viel uiteen in verschillende onafhankelijke staten, zoals Rusland en Oekraïne. Met de overheersing van Oost-Europa was de Koude Oorlog voorbij.
c Nederland
Grotere computers en robots waren al sinds de jaren ’60 in gebruik in de industrie en dienstensector. Vanaf omstreeks 1990 ontstond in Nederland een informatiesamenleving. In 2000 werkte van de beroepsbevolking 4 procent in de landbouw en visserij, 23 procent in de industrie en nijverheid en 73 procent in de dienstverlening en bij de overheid.
1945 dekolonisatie van Nederlandse koloniën
Na vier jaar onafhankelijkheidsoorlog met Nederland (1945-1949) werd Indonesië een onafhankelijke staat. Een aantal Indische Nederlanders en Molukkers verhuisden naar Nederland. In 1975 werd Suriname een onafhankelijke staat. Er kwam een groot aantal Surinamers naar Nederland, vanaf de jaren ’70 gevolgd door veel Antillianen en Arubanen.
1951 eerste televisie-uitzending
In 1951 werd in Nederland voor het eerst een televisieprogramma uitgezonden. In de jaren ’60 werd de televisie het belangrijkste informatiekanaal. De televisie was één van de oorzaken van de ontkerkelijking en ontzuiling in die tijd.
1960 consumptiemaatschappij
Na de Tweede Wereldoorlog zorgde de economische groei voor veel werkgelegenheid. Het tekort aan arbeidskrachten werd opgelost met gastarbeiders uit het Middellandse Zeegebied. Vanaf 1960 veranderde de samenleving, doordat er meer kritiek kwam op de idealen en gewoonten van de oudere generatie.